Top 10 van konijnengeluk:
-
Leven met een soortgenoot Een konijn leeft niet graag alleen, het is een groepsdier. Houd konijnen dus bij voorkeur met één of meerdere soortgenoten. Een ram en een voedster samen is meestal de beste combinatie (laat de ram of beide dieren wel castreren). De introductie van konijnen gebeurt bij voorkeur in een ruimte die niet het territorium is van één van beiden. Het proces van ‘koppelen’ is niet altijd eenvoudig. Er kan gevochten worden. Een Tinley-gedragstherapeut kan helpen bij het koppelproces. Als de koppeling geslaagd is, geeft het samenzijn veel voldoening. Samen eten, rennen, elkaar wassen en lekker tegen elkaar aan liggen, verlaagt angst en stress bij konijnen. En het is ook erg leuk om naar te kijken.
-
Een groot hok en een vrije uitloop naar een (buiten)ren van een paar vierkante meter, is geen luxe, maar noodzaak. Het verblijf moet zo groot zijn dat de konijnen kunnen rennen, springen en rechtop staan. Konijnen moeten ook kunnen schuilen; ze voelen zich veiliger als er voldoende schuilmogelijkheden zijn. Bij dierenspeciaalzaken kun je hele goede en verantwoorde schuilhuisjes vinden, maar je kunt ook zelf aan de slag met verschillende materialen. Denk bijvoorbeeld aan een kartonnen doos, een rieten mandje of een schuilhutje van onbehandeld hout. In de natuur hebben konijnen een gangenstelsel met verschillende uitgangen. Houd hier rekening mee bij het maken van het schuilhutje en maak twee in- en uitgangen. Konijnen kunnen heel goed zindelijk worden. Zet speciale toiletbakjes in de hoeken van het verblijf. Het verblijf moet verder ingericht zijn met objecten om te onderzoeken en met hoge ligplaatsen.
-
Geef de konijnen dagelijks een paar uur echte bewegingsruimte. Bijvoorbeeld in een afgezet stuk tuin of in de woonkamer. Dan kunnen ze even lekker een sprintje trekken en hun binkies (luchtsprongetjes) goed oefenen.
-
Hooi is het belangrijkste wat je konijnen moet geven. Konijnen zijn van nature planteneters – hun darmen zijn gemaakt om vezelig voedsel te verteren – en hooi is erg vezelrijk. Het bevat alle voedingsstoffen die je konijn per dag nodig heeft. Zorg er daarom voor dat je konijn dit 24 uur per dag tot zijn beschikking heeft. Konijnen eten vooral in de avond en ochtend. Geef op deze tijdstippen ook nog wat groenten of kruiden. Het aanbieden van voedsel kan goed gecombineerd worden met een bezigheid. Maak eens een ketting van stukjes wortel en fruit. Of verstop in lege wc-rolletjes hooi met wat brokjes. Een handjevol hardvoer maakt het konijnendieet compleet. Strooi het los in het hok of verstop het in dozen, voerspelletjes of hooiballetjes. Zoeken naar voedsel is een fijnere bezigheid voor konijnen dan eten uit een bakje.
-
Graag! Konijnen willen graag knagen. Vers hooi en knaaghout moeten altijd voor handen zijn. Om de tanden te laten slijten draaien de kaken langs elkaar en groeien de tanden niet te groot. Het is dus voor de gezondheid van belang dat een konijn kan knagen, maar het is ook een fijne bezigheid voor konijnen. Er zijn allerlei mogelijkheden om in de knaagbehoeften van het konijn te voldoen, denk bijvoorbeeld aan wilgentakken of takken van fruit- en nootbomen. Leg de takken in het hok of hang ze op om het iets moeilijker te maken. Controleer het gebit regelmatig. Als de tanden te hard groeien kan het konijn niet goed meer eten. De dierenarts kan ze dan slijpen of knippen.
-
Een konijn houdt er van om te graven, liefst langs de kanten van het verblijf. Als je in de buitenren ongeveer 50 cm onder de grond gaas laat doorlopen, zullen de konijnen niet gemakkelijk kunnen ontsnappen. Als er tegels in het buitenverblijf liggen, zijn er voldoende alternatieven om de graafbehoefte te vervullen. Denk aan een bak met zand, papiersnippers of kranten of leg een telefoonboek opengeklapt op de grond. Een andere goede mogelijkheid is om een aardbeienbloempot met zand te vullen en hierin hooi en stukjes wortel te verstoppen. Op deze manier combineer je het graafgedrag van het konijn met het zoeken naar voedsel.
-
Konijnen zijn slopers: ze knagen, bijten, trekken en graven in alles wat ze tegenkomen. En daar hebben ze echt plezier in. Dus als ze los in huis lopen, laat ze dan niet alleen zonder toezicht. Vooral kabels en snoeren zijn doelwit. Dit is ook gevaarlijk voor je konijn. Maak een gedeelte van je huis ‘konijnen proof’ en geef ze wilgentakken, hooiballen, kartonnen dozen, of speciaal speelgoed waar ze lekker mee kunnen gooien en smijten.
-
Verander eens iets aan het verblijf: plaats een nieuw speeltje, een doos, een mandje of een tunneltje. De konijnen zullen het belangstellend gaan onderzoeken, hun geur afzetten met de kin en uitproberen wat je er allemaal mee kunt doen.
-
Om een goede band met je konijnen te hebben en te houden, kun je de konijnen dagelijks met de hand voeren. Pak konijnen zo min mogelijk op. Je kunt ze leren om zelf in en uit het hok te lopen. Een Tinley-gedragstherapeut kan je hierbij helpen of bij het aanleren van ander gewenst gedrag. Zorg er voor dat honden en katten uit de buurt blijven van konijnen óf dat ze heel rustig zijn.
-
Als een konijn zich niet lekker voelt, stopt hij met eten en dat kan het spijsverteringsstelsel niet aan. Een konijn moet eigenlijk de hele dag door steeds eten. Dus zodra je een verandering opmerkt bij je konijn, wacht dan niet af, maar raadpleeg direct je dierenarts. Die kan kijken wat er aan de hand is, behandelen en zorgen dat het konijn blijft eten. Laat je konijn ook ieder jaar inenten en controleren door de dierenarts.
Als je bovenstaande top 10 hanteert, kunnen konijnen hun natuurlijke gedrag vertonen en zijn het gelukkige en leuke huisdieren. Hulp of advies nodig?
Neem dan contact op met een konijnengedragsdeskundige/gedragstherapeut van Tinley: Op de website www.tinleygedragstherapievoordieren.nl staat alle informatie. Bellen en overleggen is de eerste stap en kost u niets!