Stel: je hebt een geweldig leuke kat, hij is aanhankelijk, wil in je directe nabijheid zijn en speelt graag. Maar op sommige momenten van de dag bespringt hij je en zet hij zijn nagels in je benen en armen. Dit kan een uiting zijn van spelagressie en is zeker niet zo onschuldig als de naam doet vermoeden.
Spelagressie is een veelvoorkomend gedragsprobleem en ontstaat in de regel tussen de puberteit en de leeftijd van twee jaar. Er is sprake van spelagressie wanneer een kat zijn spelgedrag richt op andere katten of mensen en ze ‘ongevraagd’ bespringt en/of aanvalt. Voorafgaand aan de aanval kan de kat zich ergens achter of onder verschuilen, om vervolgens te voorschijn te springen, aan te vallen en snel weg te rennen. Het kan ook voorkomen dat de kat het ‘slachtoffer’ eerst fixeert (aanstaart), besluipt, en dan najaagt. Ook vechten, worstelen, slaan en bijten kunnen elementen zijn van spelagressie. Bij spelagressie maakt de kat zelden geluid, waardoor het zich onderscheidt van andere vormen van agressie waarbij er ook gekrabd en gebeten wordt. Spelagressie treedt vaak op voorspelbare tijden en plaatsen op, bijvoorbeeld wanneer de andere kat in huis door het kattenluik naar binnenkomt of wanneer de eigenaar de trap oploopt of het bed opmaakt. Het gaat dan om voorspelbare activiteiten waarbij beweging een rol speelt.
Oorzaak
Spelagressie komt het meest voor bij katten die alleen leven en niet de mogelijkheid hebben om te spelen met soortgenoten. Ook katten die binnen worden gehouden kunnen hun spelgedrag gaan richten op ongewenste ‘objecten’. Verveling of een gebrek aan spel- en exploratiemogelijkheden zijn dan ook belangrijke oorzaken. Daarnaast kunnen eigenaren een rol spelen in het gedrag; kittens worden vaak aangemoedigd om met handen en voeten te spelen en ook volwassen katten worden vaak met handen en voeten tot spel uitgenodigd. Ook wild spelen of met een kat ‘stoeien’ kan tot spelagressie leiden.
Ongeremdheid
Gelukkig is spelagressie meestal geremd, houdt de kat zijn nagels ingetrokken en bijt hij niet door. Soms kan het gedrag echter zeer hevig zijn en verwondingen veroorzaken. Dit is vaak de reden dat mensen bellen voor een gedragsconsult. De oorzaak voor die ongeremdheid kan liggen in de kittenperiode. Kittens beginnen te spelen als ze ongeveer vier weken oud zijn. Gedurende de kittentijd laten ze verschillende vormen van spel zien: sociaal spel (spel tussen de katten onderling), spel met voorwerpen en coördinatiespel waarin kittens oefenen in het springen, rennen en klimmen. In het sociaal spel hebben de kittens onderling fysiek contact met elkaar en dit is een belangrijke periode voor het aanleren van spelremmingen. Bij sociaal spel zie je kittens worstelen, rollen en elkaar bijten. Ze kunnen behoorlijk hard met elkaar spelen, maar leren al snel wanneer ze pijn veroorzaken. Sociaal spel zien we tussen de leeftijd van vier en veertien weken. Op vier weken leeftijd is het bijten of krabben nog niet pijnlijk, daarna vaak wel. Het dier dat gebeten wordt zal het spel stoppen of defensief reageren waardoor de andere kittens het afleren om hard te bijten en te krabben. Op deze manier leren kittens hun spelreacties te matigen. Kittens die dus te vroeg bij de moeder en nestgenoten zijn weggehaald hebben een verhoogde kans op het vertonen van ongeremde spelagressie omdat ze hun spelvaardigheden niet voldoende hebben ontwikkeld.
Spelagressie voorkomen
Het voorkomen van spelagressie begint in de kittentijd, door kittens nooit met handen en voeten te laten spelen en door niet te wild te spelen of te stoeien. Ook is het verstandig om kittens tot 14 weken te laten opgroeien met sociale soortgenoten zodat ze hun spelreacties leren te matigen. Daarnaast is het belangrijk om een kat voldoende spel- en exploratiemogelijkheden aan te bieden, zeker als hij niet naar buiten kan. In veel gevallen kan de komst van een tweede kat uitkomst bieden, mits deze geleidelijk wordt geïntroduceerd. Belangrijk daarbij is dat er niet teveel verschil in leeftijd en temperament is tussen de katten; een oude, passieve of angstige kat tolereert het speelse gedrag van een jonge kat slecht. Nog beter is het om twee kittens tegelijk te nemen.
Hoe ermee om te gaan?
Als spelagressie leidt tot verwondingen of angst bij de ‘slachtoffers’, is het belangrijk om iets aan het gedrag te doen. Hoe langer een jonge kat serieuze spelagressie vertoont, hoe groter de kans dat hij op volwassen leeftijd andere vormen van agressie gaat vertonen. Omdat onderstimulatie een belangrijke rol speelt bij spelagressie, is het van belang om de kat bezigheden aan te bieden. Probeer je kat voornamelijk op afstand te vermaken, denk hierbij aan het spelen met een hengeltje waarvan de stok en het touw lang genoeg zijn om de kat buiten het bereik van handen en voeten te houden. Zoekspelletjes zijn ook leuk. Stop bijvoorbeeld iets lekkers onder een kussentje en bouw de moeilijkheidsgraad op of vul een activity-bal (bal met gaatjes) met kattensnoepjes, zodat deze eruit vallen tijdens het spelen. Je kunt je kat ook trainen en hem spelletjes leren met behulp van een clicker; hier zijn diverse boekjes over te koop. Of leer hem apporteren, daarvoor zijn badstof haarelastieken geschikt.
Probeer je kat ook motiveren om zonder jou te spelen. Geef hem kleine speeltjes ter grootte van een prooi, deze wekken het meeste spelgedrag op. Denk hierbij aan visjes, muisjes, veren, cellofaanpapiertjes of papieren rolletjes. Zorg voor afwisseling in het speelgoed, ruil regelmatig, dat houdt je kat gemotiveerd om ermee te spelen. Probeer ook de leefomgeving van de kat zo interessant mogelijk te maken. Zet bijvoorbeeld een grote klimpaal voor de raam, zodat je kat kan klimmen en klauteren, maar ook een mooie uitzichtplek heeft. Tot slot bekijk de mogelijkheden om een kat naar buiten te laten gaan, eventueel in een omheinde tuin of een kattenren.
Straffen?
Veel eigenaren zijn geneigd om een kat te straffen als hij spelagressie vertoont. Ze verheffen hun stem, gooien iets naar de kat, gebruiken de plantenspuit of duwen de kat hardhandig weg. Spelagressie neemt echter vaak toe wanneer je dit gedrag probeert te straffen. Het kan namelijk tot nog meer opwinding leiden en de kat zelfs het idee geven dat het spel begonnen is! Deze katten reageren dus op de actie en zullen de volgende keer heviger reageren. Ook zijn er katten die door het straffen bang worden voor hun eigenaar. Gelukkig is het ongewenste spelgedrag prima op een katvriendelijke manier om te buigen, al dan niet met behulp van een kattengedragstherapeut.
Casus uit de praktijk: Pluk (kater, vijf maanden)
Probleem: Pluk bespringt en bijt de eigenaresse. De hand van de eigenaresse zit vol met krassen, daarnaast is ze verschillende keren in de hand gebeten.
Situaties: het gedrag komt diverse malen per dag voor, voornamelijk wanneer eigenaresse met haar handen beweegt.
Advies: voorlopig handschoenen dragen, niet meer met handen spelen maar met een speelhengel en een soortgenootje introduceren.
Casus uit de praktijk: Sjakie (kater, twee jaar)
Probleem: bespringen, slaan en zachtjes bijten van eigenaren.
Situaties: voornamelijk in de slaapkamer.
Advies: kat niet meer in de slaapkamer toelaten, meer gaan spelen en voer geven uit een voerbal.
Casus uit de praktijk: Suzie (gesteriliseerde poes, elf maanden)
Probleem: rent druk door het huis en valt vervolgens de hond aan.
Situaties: op verschillende momenten van de dag, vaak wanneer de hond rustig door de kamer loopt.
Advies: denkspelletjes aanbieden, minimaal twee keer per dag apporteerspelletjes doen en tuin katvriendelijk afzetten zodat Suzie naar buiten kan.